Skip to content

TOOLKIT
—————
BESTUURDERS- AANSPRAKELIJKHEID 

ONMISBAAR VOOR KLEINE GOEDE DOELEN

BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

BESTUURSAANSPRAKELIJKHEID OF BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID?

De term ‘bestuursaansprakelijkheid’ zie en hoor je wel eens, maar het is geen correcte term. Bestuurdersaansprakelijkheid is beter, want: niet het hele bestuur wordt aansprakelijk gesteld bij ernstig falen, maar de verantwoordelijke individuele bestuurder(s).

Bij bestuurdersaansprakelijkheid is niet de rechtspersoon (de vereniging of stichting) aansprakelijk, maar de natuurlijke persoon die aan de touwtjes trekt. De bestuurder dus. Maar let op: de natuurlijke persoon kan ook verantwoordelijk worden gesteld voor het gedrag van zijn of haar medebestuursleden.

Er wordt onderscheid gemaakt in:
interne bestuurders-aansprakelijkheid, waarbij de rechtspersoon (de stichting of vereniging waar de bestuurder aan verbonden is) een vordering instelt op de falende bestuurder of:
externe bestuurdersaansprakelijkheid, waarbij een derde partij (een crediteur of curator) een vordering indient op basis van aansprakelijkheid.

Intern aansprakelijk is een bestuurder op grond van artikel 2.9 BW (Burgerlijk Wetboek) dat gaat over onbehoorlijke taakvervulling.
Externe aansprakelijkheid (vordering wordt ingediend door externe partij) komt veel vaker voor. De vordering wordt ingesteld op basis van ‘ernstige verwijtbaarheid’ en is ter beoordeling van de rechter, die onder meer kijkt naar “het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult”. Tot ernstige verwijtbaarheid behoort ook het aangaan van verplichtingen waarvan de bestuurder zich redelijkerwijs had kunnen realiseren dat er niet aan voldaan zal kunnen worden. Verwijtbaarheid geldt tevens als de statutaire bepalingen worden geschonden leidend to schade.

Aansprakelijkheid vanwege een faillissement geldt voor een periode van 3 jaar (dit is de termijn die door de meeste verzekeraars wordt aangehouden).

Aansprakelijkheid vanwege ernstige verwijtbaarheid verjaart na 5 jaar na het bekend worden van het feit.

Bij interne aansprakelijkheid is de curator van de failliete boedel de enige die een vordering kan instellen.

AANSPRAKELIJKHEID VOORKOMEN

U voorkomt aansprakelijkheid door:
1. Goed de hoogte te zijn en te blijven van het reilen en zeilen van de organisatie, ongeacht de taakverdeling binnen het bestuur.
2. Niet bang zijn om bepaalde controlemechanismen af te spreken en statutair vast te leggen (fiattering betalingen, inzage bankrekeninggegevens door meerdere bestuurders, gedeelde tekeningsbevoegdheid).
3. Jaarlijks decharge te vragen aan de Algemene Leden Vergadering (ALV – alleen voor verenigingen!!) door bestuurders voor het gevoerde beleid om interne aansprakelijkheid te voorkomen.
NB Indien er informatie wordt achtergehouden door het bestuur blijft de aansprakelijkheid in stand en is de decharge van zeer beperkte waarde.
4. Iedere bestuurder dient zich te vergewissen van de persoonlijke risico’s die gepaard (kunnen) gaan met zijn/haar bestuursfunctie.
Lastig hierbij is dat de regelgeving op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid voortdurend wordt aangescherpt, maar veel nieuwe wettelijke regels gelden weer niet voor een onbezoldigd bestuurslid.

Vrijwillige bestuurders worden vaak door hun gemeenten verzekerd voor de risico’s van bestuurdersaansprakelijkheid. Zie hiervoor onze pagina Verzekering afsluiten.

MEER TOOLKITS

Handig in dit verband zijn wellicht ook: