Het Collective Leadership Institute (CLI) lanceert een nieuwe prijs voor maatschappelijke organisaties die samenwerken met andere sectoren. Met de Transformative Partnership Award wil CLI de leemte opvullen dat de meeste awards puur gericht zijn op resultaat, in plaats van op het ontwikkelen van kwaliteitsprocessen en methodes richting duurzaam resultaat. Maatschappelijke organisaties van over de hele wereld kunnen zich tot 31 augustus 2023 aanmelden met hun partnerschappen. Zij maken kans op € 10.000.
Volgens CLI krijgen partnership approaches (toepassingen van partnerschappen) te weinig aandacht. En Awards worden in de regel puur op resultaat toegekend en niet op het ontwikkelen van kwaliteitsprocessen en methoden naar dat (duurzame) resultaat. Moeilijk voorspelbare situaties, zoals de COVID-pandemie, laten zien dat proces- en systeemvaardigheden voor partnerschappen een sleutelcompetentie zijn. Een competentie die de veerkracht versterkt en die duurzame oplossingen laat zien voor de complexe doelen van de Agenda 2030. CLI wil in deze leemte voorzien. Daarom erkent CLI uitzonderlijke partnerschappen met de Transformative Partnership Award.
De Award kent aantrekkelijke prijzen. De eerste prijs (van de drie) bestaat uit € 10.000. Bovendien maakt zichtbaarheid en connectiviteit met gelijkgestemde organisaties over de hele wereld deel uit van het toekenningsproces. De Award wordt op 19 april 2024 in Potsdam (Duitsland) uitgereikt. Deze happening is deel van de kick-off van de Transformation Literacy Conference 2024.
Partnerschap in duurzame verandering Kun jij aantonen dat jullie partnerschap met succes heeft bijgedragen aan duurzame verandering? Oftewel voldoen jullie aan meerdere of alle van de criteria hieronder? Dan maak je kans om de Transformative Partnership Award te winnen. Doe mee!
De Award kent aantrekkelijke prijzen. De eerste prijs (van de drie) bestaat uit € 10.000. Bovendien maakt zichtbaarheid en connectiviteit met gelijkgestemde organisaties over de hele wereld deel uit van het toekenningsproces. De Award wordt op 19 april 2024 in Potsdam (Duitsland) uitgereikt. Deze happening is deel van de kick-off van de Transformation Literacy Conference 2024.
Over CLI en European Network for CIGS Het Collective Leadership Institute (CLI) stelt mensen in staat om competentie op te bouwen voor collectief leiderschap, samenwerking met belanghebbenden, dialoog- en procesfacilitering, evenals expertise op het gebied van transformatiebeheer.
Het CLI (met standplaats in Duitsland) is lid van het European Network for Citizens Initiative in Global Solidarity (CIGS). Dit netwerk met leden uit 14 landen wil particuliere initiatieven in heel Europa ondersteunen en verder ontwikkelen. De huidige 20 leden houden zich allemaal bezig met burgerinitiatieven in eigen land.
AFAS Foundation en Friendship slaan hun handen ineen om Bangladesh een duurzame oplossing te bieden tegen overstromingen als gevolg van de wereldwijde klimaatverandering. Vandaag is het precies twee jaar geleden dat Limburg, België en Luxemburg te maken kregen met overstromingen door extreem veel regen. In het zuiden van Nederland moesten mensen hun huis verlaten en gingen de overstromingen gepaard met grote financiële schade. Bij onze zuiderburen verloren ruim 200 mensen het leven in het water. Deze gebeurtenissen kunnen niet meer worden afgedaan als een incident. Dit is een toekomst waar alle landen zich op moeten voorbereiden.
In Bangladesh is hulp hard nodig, want ook de bevolking daar krijgt vaker en heviger te maken met regenval, overstromingen en cyclonen. De eilandbewoners verhuizen daar gemiddeld meer dan 10 keer in hun leven. Vandaag is hier een eerste stap in gezet. In het midden van Chars (eilanden) is de eerste terp in samenwerking met AFAS Foundation voltooid. Deze eeuwenoude techniek is oorspronkelijk in Nederland ontwikkeld. Met de bouw van uiteindelijk vier nieuwe terpen en de renovatie van twee bestaande terpen wordt aan duizenden mensen een veilige plek geboden tijdens overstromingen.
Het terpenproject
Het hoger opzoeken om te ontkomen aan stijgend water is een natuurlijke reactie van mensen, zo ook in Bangladesh. De laatste terp is tientallen jaren geleden gebouwd. Tijdens de laatste klimaattop in Sharm El Sheikh is afgesproken dat er volop ingezet moet worden op schadeverlies voor ontwikkelingslanden. Met de huidige klimaatverandering is het juist nu van groot belang om huidige terpen te renoveren en nieuwe terpen bij te bouwen. De terpen voorkomen miljoenen euro aan schadeverlies.
Met behulp van samenwerking met gerenommeerde instellingen, zoals Universiteit Leuven, is de ontwikkeling van de terp verbeterd. De terpen zijn voorzien van faciliteiten zoals scholen, een gemeenschapscentrum, een zoetwatervijver als bron van drinkwater en toegewezen ruimte voor visteelt en andere economische activiteiten. Honderden zeer arme families kunnen permanent op de terpen wonen. Een waarschuwingssysteem zorgt ervoor dat de lokale gemeenschappen zich vroegtijdig kunnen voorbereiden op aankomende overstromingen.
Het verhaal van Hasnara
De overstroming van 2019 heeft een ravage aangericht in het leven van de bevolking van Noord-Bangladesh. De eilandengroep in Noord-Bangladesh is onderhevig aan erosie en uiterst kwetsbaar voor overstromingen. Elk jaar gaan enkele eilanden voor altijd verloren in de rivier. De bewoners van deze eilanden moeten leven met de mogelijkheid dat zij alles wat zij bezitten kunnen verliezen aan het water.
Zo ook Hasnara. Moeder van een, op het moment van de overstroming, zoontje van slechts 28 dagen oud. Toen het water kwam, was Hasnara overweldigd en bang. Hun huis was overstroomd en het merendeel van hun bezittingen stond onder water. Hasnara durfde met haar baby van 28 dagen oud niet in het woeste water te zwemmen om het huis te ontvluchten. De leden van het rampenbeheerscomité van Friendship hebben samen met vrijwilligers de mensen die zichzelf niet op tijd in veiligheid konden brengen geholpen. Zij hebben inwoners en hun bezittingen naar de terpen gebracht. Net als Hasnara. Eenmaal aangekomen bij de terp voelden ze zich veilig en hadden ze toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Hun waardevolle bezittingen waren hier beschermd tegen het water. Maar bovenal hoefde Hasnara niet meer te vrezen voor haar leven en dat van haar kinderen.
Klimaatverandering
Klimaatverandering raakt ieder gebied in de wereld op een andere manier. Bangladesh kent net als Nederland een lange historie van overstromingen. Ongeveer 6 miljoen inwoners hebben hier een gedwongen nomade bestaan aangezien hun land en bezittingen regelmatig door overstromingen worden verwoest. Daarom is de bouw van de terpen zeer noodzakelijk.
Betteke de Gaay Fortman (Friendship Nederland): “Samen met AFAS Foundation zetten we ons in voor de realisatie van vier terpen in Bangladesh die dienen als een veilige haven voor kwetsbare gemeenschappen. We maken gebruik van innovatieve technieken gecombineerd met lokale kennis om ervoor te zorgen dat deze terpen niet alleen weerstand kunnen bieden aan het water, maar ook een duurzame toekomst bevorderen. Daarom zijn we trots dat we vandaag de bouw van de eerste terp in Bangladesh hebben voltooid. Dit is een belangrijke stap in het bieden van een veilige, droge toekomst voor de inwoners van Bangladesh.”
Gerben Eversdijk (AFAS Foundation) zegt ook trots te zijn dat AFAS Foundation dit cruciale project in Bangladesh kan ondersteunen.
Sara Kinsbergen is per 1 juli 2023 benoemd tot hoogleraar op het gebied van de rol van burgers in duurzame ontwikkeling aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Deze bijzondere leeropdracht is een samenwerking tussen het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen, de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies (CAOS) en Wilde Ganzen.
Kinsbergen doet onderzoek naar de duizenden kleinschalige, vrijwillige ontwikkelingsorganisaties die Nederland en andere landen rijk zijn. De afgelopen jaren heeft Kinsbergen dit onderzoek aan de Radboud universiteit opgebouwd tot een volwaardig onderzoeksveld. Daarnaast is haar leerstoel ook sterk gekoppeld aan onderwijs. ‘Ik geloof dat je met onderwijs en onderzoek kunt bijdragen aan een wereld die rechtvaardiger, inclusiever en groener is. Dat vereist onderzoek en onderwijs die beide vorm krijgen in voortdurende uitwisseling met maatschappelijke partners’, aldus Kinsbergen.
Haar onderzoek kenmerkt zich door co-creatie tussen kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, in Nederland en over de hele wereld, om in gezamenlijkheid academische en maatschappelijke meerwaarde te creëren. ‘De komende jaren ga ik me, samen met onderzoekers in het globale noorden en zuiden, richten op de vraag welke rol er in onze sterk veranderende wereld weggelegd ligt voor burgers in duurzame ontwikkeling.’
Over Sara Kinsbergen Sara Kinsbergen begon haar academische carrière aan de Radboud Universiteit, waar ze in 2006 haar masterdiploma Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies behaalde. Na het volgen van het postgraduate programma AMID Young Professional, promoveerde ze met haar promotieonderzoek getiteld: ‘Behind the Pictures: Understanding Private Development Initiatives’, een onderzoek gericht op kleinschalige vrijwillige ontwikkelingsorganisaties. Na dit promotieonderzoek zette ze als postdoctoraal onderzoeker en later universitair (hoofd)docent haar onderzoek naar particuliere initiatieven voort.
Sinds haar promotieonderzoek heeft Kinsbergen een onderzoeksprogramma opgebouwd volledig met een geldstroom van derden. Deze financiële samenwerking reflecteert het belang dat zij hecht aan structurele, duurzame samenwerkingen tussen maatschappelijke organisaties en wetenschappelijke instellingen.
Sinds 2014 is werkzaam voor het postacademische AMID Young Professional programma en sinds 2019 in de rol van Program Director. Daarnaast is zij lid van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking’ van de Adviesraad Internationale vraagstukken.
Kinsbergen is ook nauw betrokken bij Partin en haar leden. Meer weten over particuliere initiatieven en onderzoek dat Kinsbergen daar naar deed, klik hier.
Er kan van alles fout gaan bij fondsenwerving. Dat weten bestuurders en fondsenwervers van kleine goede doelen ook. Helaas. Want veel fouten zijn te voorkomen. Daar weet Bas van Breemen weer alles van. Hij noemt het Volle Zaal Effect of Grabbelton Effect. Zo herkent hij 9 veelvoorkomende effecten en geeft aan hoe deze fouten te voorkomen zijn. Tijdens het gratis webinar Voorkom de meest gemaakte fouten in fondsenwerving (en krijg meer donaties) vertelt hij het je. En elke deelnemer krijgt gratis het boekje met fondsenwervingstips toegestuurd. Bovendien heeft Van Breemen voor Partin-leden een interessante aanbieding.
Van Breemen werkt al 20 jaar in fondsenwerving als creatief strateeg. En dat is goed nieuws. Waarom? Vraag je je af. Hij geeft er zelf antwoord op.
‘Omdat ik al deze fouten zelf al een of meerdere keren heb gemaakt. En zo heb ontdekt wat werkt en wat niet. Zodat jij dat niet allemaal zelf hoeft uit te vinden. Mijn ‘lightbulb’-moment kwam toen ik doorhad dat veel fouten ontstaan doordat ik vanuit mijn eigen bril schreef en ontwierp. Toen ik bij elke tekst en ontwerp de ontvanger centraal zette, gingen mijn campagnes meteen veel beter.’ Dat wenst hij jou ook toe. Met zijn tips haal je meer geld op. Mis het webinar op 14 september dus niet.
In het webinar, dat georganiseerd wordt door Partin, gaat Gonnneke Campen (Partin) met Bas van Breemen in gesprek. Over veelvoorkomende fouten bij fondsenwerving. Meer informatie over het webinar en je aanmelden, ga naar Webinar: Voorkom de meest gemaakte fouten in fondsenwerving.
Beter fondsenwerven
Maar Van Breemen doet meer. Hij is oprichter van het trainingsplatform: beterfondsenwerven.nl. Hier leren fondsenwervers om een beter fondsenwerver te worden. Om met meer vertrouwen en meer succes jullie mooie werk te doen. Hij vertelde ons: ‘Dit heb ik juist gestart om kleine goede doelen de kans te geven om aan de kennis te komen die de grote doelen hebben.’ Daarom komt hij met een voorstel. Een exclusieve aanbieding voor leden van Partin.
Gratis review van jouw campagne
Iedereen die zich voor het einde van het jaar inschrijft voor Beter Fondsenwerven krijgt gratis een review van zijn of haar campagne. Je krijgt tips om de campagne sterker te maken te verbeteren. Zodat je meer donaties gaat ophalen.
Investering verdien je zeker terug
Natuurlijk zijn er aan het inschrijven voor de trainingen kosten verbonden. Maar bedenk wel: Zo’n review van een campagne is waardevol omdat je meteen tips van een expert krijgt. En omdat je die meteen kunt toepassen verdien je de training meteen terug met je eerstvolgende campagne.
‘Het bewijs? Ik ontving een mooie gift van 100 euro, omdat de donateur de brief die ik had geschreven zo lekker concreet en duidelijk vond.’ Zo reageerde Sigrid Mulder. Zij is fondsenwerver en neemt deel aan het trainingsprogramma van Beter Fondsenwerven.
Meer informatie over de trainingen die Van Breemen ontwikkelde, vind je op beterfondsenwerven.nl.
‘Daar ga ik weer! Naar Sri Lanka, waar het werk van Friendship Foundation zich afspeelt.’ Zo begint de eerste blog van initiatiefnemer en voorzitter Kirsten Giethoorn. Sinds 2005 gaat zij zeker een keer per jaar naar Ampara. Maar dit bezoek is anders dan andere keren. Samen met het team zet ze verdere stappen in de transitieproces. ‘Niet wij vanuit Nederland, maar zij in Sri Lanka horen de route van Friendship’s reis in Sri Lanka te bepalen en wij kunnen mee op reis!’ In totaal schreef ze vijf blogs. Hieronder delen daarvan. Een mooi voorbeeld van shift the power.
Van Power Imbalance via Co-Leadership naar Shifting the Power
Op reis, nog niet wetend waarnaartoe! Friendship Foundation begon, in 2005, aan een reis waarvan de route niet bepaald was. Ik had ook geen ervaring om die reis te maken, ik was juf. Ik ben gewoon begonnen, met waarvan ik dacht het op dat moment het beginpunt van de reis was, niet alleen, maar met enthousiaste gelijkgestemden.
In Sri Lanka en in Nederland groeiden we gestaag door. We legden onze focus op het versterken van families met een gezinslid met een beperking.
Nu, 18 jaar later, staat er een volwassen organisatie, zowel in Nederland als in Sri Lanka. Dat ging niet vanzelf. Er is hard gewerkt, we zijn gestruikeld en weer opgekrabbeld, we zijn verkeerde wegen ingeslagen en weer teruggelopen. We groeiden op geheel organische wijze, vraaggestuurd.
Voor mij was dat soms wel anders dan dat ik voor ogen had. Nadat we begonnen waren met een dagopvang en speciaal onderwijs voor kinderen met een beperking tussen de 5 en 18 jaar oud, was het, bijvoorbeeld, mijn plan om te starten met vroeghulp aan dreumesjes met een beperking. Het liep anders. Een vader van een leerling schreef een brief, waarin hij aangaf dat zijn zoon bijna 18 werd en nog geen beroep geleerd had. En zo startten we met praktijkonderwijs!
Dit is, volgens mij, de kracht van Friendship Foundation: we bewegen mee met de behoeften en mogelijkheden van mensen met een beperking en hun families.
In beweging meebewegen
Van Power Imbalance via Co-Leadership naar Shifting the Power. Ingewikkelde termen, maar simpel gezegd: Niet wij vanuit Nederland, maar zij in Sri Lanka horen de route van Friendship’s reis in Sri Lanka te bepalen en wij kunnen mee op reis!
De transitie gaat over het eigenaarschap van de Sri Lankaanse organisatie. Wij hebben zowel in Nederland als in Sri Lanka de stichting geregistreerd. Dat betekent dat Friendship Foundation, sinds de oprichting in 2005, sturend is en eindverantwoordelijke is voor het werk dat in Sri Lanka verricht wordt.
Dat is meteen onze zwakke plek. Nederland kan niet invoelen hoe het in Sri Lanka uitgevoerd kan worden. Wij, 8000 km van de projecten verwijderd, hebben absoluut onvoldoende kennis van wat mogelijk of gewenst is in Sri Lanka.
Tijd om het roer om te gooien.
Pionieren in transitie
Wij werken sinds 2019 aan een geleidelijke Shifting the Power. De Sri Lankaanse organisatie krijgt steeds meer eigenaarschap, vanuit Nederland worden we een partner. Met kleine stapjes gaan we aan de slag, een solide en stevige basis leggen voor de toekomst! Ik vind het een boeiend proces, het is pionieren.
Deze transitie voer ik samen uit met Leon Lawrence (op de groepsfoto vierde van links voorste rij, red.). Hij is de interim country director van Friendship in Sri Lanka. De afgelopen 3 jaar hebben we dagelijks overleg gehad. Een hotline tussen Sri Lanka en Nederland. We definieerden de Imbalance of Power. Om vandaaruit de huidige fase te kunnen inluiden. Leon en ik werken in Co-Leadership. Of zoals wij het noemen: Two-People’s-Chair.
Leon en ik brengen de organisatie in kaart: toen-nu-straks. Beleid opstellen gewoon in Jip & Janneke-taal. We werken intuïtief door de hele organisatie heen. We vragen en krijgen hulp vanuit Sri Lanka en Nederland om dit proces ordentelijk te laten verlopen. We speuren het internet af, op zoek naar kennis en ervaringen van andere organisaties. We stemmen onze wensen op elkaar af.
Groeidagen met vliegers
In Nederland hebben we in april een groeidag gehad met het bestuur en de Raad van Toezicht: waar staan we en waar wil Nederland naar toe groeien? En nu, in Sri Lanka, ook groeidagen: waar staan we en waar wil Sri Lanka naar toe groeien?!
Het is natuurlijk duidelijk. Als Nederlanders kunnen we niet, zoals Leon het visualiseert, die Sri Lankaanse vlieger blijven sturen. De vlieger kan heel goed zelf zijn weg vinden in de wind. Vanuit Nederland kunnen het lijntje losjes blijven vasthouden.
En met het verhaal van die vlieger in ons achterhoofd gaan we vergaderingen in Sri Lanka in: met ons team, de begunstigden van onze projecten, betrokken overheden en samenwerkingspartners. Overal leggen we het verhaal van de vlieger uit. De rol die de Nederlandse stichting gaat krijgen en de rol die de Sri Lankaanse stichting in gaat nemen.
Ik stap naar achteren en Leon stapt met zijn 18-koppige team naar voren!
Op eigen benen is ook loslaten Tussen alle vergaderingen door heb ik met Leon elke dag overleg over onderwerpen die meegenomen moeten worden in de transitie van Two-People’s Chair naar Shifting the Power. Doelen voor de komende zes maanden worden gesteld.
Jeetje, gaat er door mijn hoofd, mijn Sri Lankaanse kindje is 18 jaar en hartstikke klaar om op eigen benen te staan! Ik ga het los(ser) laten, hoe mooi om te zien. Ik voel mijn rol veranderen, ik zie het gebeuren, zo huppekee, 1, 2,3!
Ik kan het loslaten, heb er volledig vertrouwen in. Ik maak het tijdens onze teamvergadering helemaal helder. Dan wordt er letterlijk van stoel gewisseld.
Over de auteur In 2005 nam Kirsten Giethoorn het initiatief om Friendship Foundation te starten. Destijds werkte ze in het onderwijs. Zij is naast initiator ook voorzitter van de stichting. Bij Partin is zij secretaris/bestuurslid. Haar expertise is fondsenwerving en kennisoverdracht. Daarom organiseert ze samen met het team webinars, peer-to-peer-sessies en andere trainingen. Naast haar inzet bij Partin is zij ook lid van de werkgroep Commissie Normstelling. Deze onafhankelijke commissie buigt zich over de normen en eisen voor CBF Erkende Goede Doelen.
Over Friendship Foundation Giethoorn blogt: ‘We noemen ons werk Disabled Friendly Society. Alle projecten tezamen bieden de gehandicapten, hun gezinnen en de gemeenschap waarin zij leven een samenleving waar iedereen mee kan doen en zichzelf kan zijn. Even een opsomming hoe wij tot een Disabled Friendly Society komen: een doorgaande leerlijn van dagopvang, speciaal onderwijs naar praktijkonderwijs aan 35 kinderen en jongeren tussen de 5 en 24 jaar. Werk & Inkomen-projecten, waarin 30 (jong)volwassenen een passend beroep leren, om zo een inkomen voor hun gezin te genereren. Inclusieprojecten: Bekend maakt Bemind! Als je elkaar niet kent, kun je niet samen door een deur! Dus organiseren wij allerhande activiteiten waarmee jaarlijks zo’n 2500 mensen elkaar beter leren kennen!’
Friendship Foundation is lid van Partin. Partin is dé brancheorganisatie voor kleine goede doelen die op velerlei wijze bijdragen aan de SDG’s wereldwijd. Zo werkt Friendship Foundation aan de SDG’s 1, 2, 3, 4, 8, 10 en 17.
Kleinegoededoelen.nl geeft naast verhalen van particuliere initiatieven ook regelmatig ruimte aan gastbloggers. Heeft u ook een mooi verslag of blog van uw verblijf in een projectland of werkbezoek aan uw partnerorganisatie en wilt u dat delen, schrijf dan naar redactie@partin.nl. De redactie behoudt zich het recht bijdrages te weigeren dan wel te redigeren of in te korten.
De opbrengst van de actie Nacht van de Fooi was dit jaar € 28.006,56. Wilde Ganzen verdubbelde dit bedrag. Stichting Shaan Creations Suriname ontving dus meer dan € 56.000 voor hun project om jongeren weerbaarder te maken. Tijdens de Nacht van de Fooi hebben studenten in acht steden zich ingezet om zoveel mogelijk horecagelegenheden te motiveren om hun fooi te doneren Dit jaar was dat op 26 mei.
Met de opbrengst wordt een praktijkruimte in Suriname opgezet waar jongeren gratis hulp en begeleiding kunnen krijgen. Daarnaast zal er voorlichtingsmateriaal worden verspreid op scholen, om meer bewustzijn te creëren.
De opbrengst van de fooien lag € 10.000 hoger dan het streefbedrag. Met recht een mooie actie. Trouwens het hoogste bedrag ooit opgehaald was in 2008. Toen was er na de verdubbeling van Impulsis* €110.000 bijeengebracht. Dat geld werd toen verdeeld over meerdere projecten.
* Impulsis was een samenwerkingsverband van ICCO, Edukans en Kerk in Actie dat particuliere initiatieven financieel ondersteunde. Impulsis was actief tussen 2006 en 2014.
Verandering begint met actie. Daarom is het thema voor de SDG Action Week dit jaar Act Together Now. En Act Together Now is meer dan een slogan. Het is de start van de campagne om zoveel mogelijk duurzame acties en initiatieven te verzamelen en verspreiden om elkaar te inspireren en motiveren. Dus deel hoe jouw actie, jouw organisatie of jouw idee positieve impact heeft gemaakt en maak kans om dit jaar een SDG Award te winnen.
De inspirerendste verhalen en initiatieven krijgen een mooie plek op de site, nieuwsbrief en socials van SDG Nederland. En iedere aangemelde actie maakt automatisch kans om dit jaar een SDG Award te winnen tijdens ons hoofdevenement op 26 september in Amsterdam.
Op 16 juni ontving DWH Delft de Nationale Vrijwilligersprijs 2023. Dit jaar waren er 346 aanmeldingen. Uit deze vlogs selecteerde de selectiecommissie zes inzendingen. Dit jaar werd gezocht naar de verhalen van de vrijwilligers: ‘Vertel wat jullie aangrijpt in jullie vrijwilligerswerk. Wat maakt wat jullie doen zo mooi?’ De Nationale vrijwilligersprijzen zijn in het leven geroepen om vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties te waarderen. De prijs is onderdeel van Vereniging NOV.
Mensen werken als vrijwilliger vanuit hun hart en vragen er niets voor terug. Dat is enerzijds bijzonder, anderzijds is het van elementair belang voor het reilen en zeilen van de Nederlandse samenleving. Veel mensen zijn zich er niet eens bewust van dat ze vrijwilligerswerk doen.
DWH Delft is een ontmoetingsplek voor LHBT+ mensen en hun vrienden en een groep die actief strijdt voor meer LHBT+ rechten en acceptatie. In die tweede rol organiseren ze voorlichtingen op scholen, introductiegroepen voor jongeren die net uit de kast zijn en allerlei openbare events rond dagen als coming out dag.
Deze overwinning is een belangrijke mijlpaal voor DWH Delft, dat eerder dit jaar nog te maken had met verbranding van hun regenboogvlag. Een incident dat weer duidelijk maakt waarom DWH Delft en soortgelijke vrijwilligersorganisaties een belangrijk rol hebben in onze maatschappij.
Naast de hoofdprijs van € 15.000 kregen de andere vijf genomineerden een bedrag van € 2.000. Deze tweede prijs ging ook naar Stichting HIMILO. HIMILO zet zich in voor het verbeteren van de maatschappelijke positie van de Somalische gemeenschap in Nederland. Het gaat daarbij met name om het verlenen van hulp en diensten op maatschappelijk, juridisch, sociaal en cultureel gebied. HIMILO is lid van Partin.
De andere vier organisaties met een tweede prijs waren Stichting Met je Hart, Hospice de Luwte, De Doorsluizer en De Thuisgevers. De derde prijs ging naar 80 andere initiatieven. Deze favorieten kregen ieder € 750. De uitreiking vond plaats in Den Haag.
Een Gezondheidspionier is iemand die nieuwe wegen en terreinen van gezondheidszorg ontsluit in Afrika, in de traditie van Albert Schweitzer. Die met een eenvoudig, slim idee een wereld van verschil kan maken. Elk jaar benoemd Nederlands Albert Schweitzer Fonds (NASF) een Gezondheidspioneer. Die wint de Albert Schweitzer Prijs. Vanaf vandaag kun je weer meedingen.
Ben jij vindingrijk en ondernemend? Heb jij een passie voor gezondheid, innovatie en Afrika? Een eenvoudig, slim idee dat praktisch uitvoerbaar is en een wereld van verschil kan maken voor de gezondheid van mensen in Afrika? En ben je tussen de 18 en 35 jaar? Aarzel niet en dien je project in. Meer informatie: nasf.nl/albertschweitzer-prijs/aanmelden-albertschweitzer-prijs/
Met meer dan 33.000 deelnemers heeft Fiets naar je Werk Dag 2023 haar deelnemersrecord gebroken. Nog nooit omarmde zoveel mensen het fietsen naar het werk. Hierdoor werd er ook een recordbedrag aan bespaarde autokosten gedoneerd aan de fietsprojecten van Cycling out of Poverty (CooP-Africa). Er werd maar liefst € 14.961,40 gedoneerd! Hiermee kan CooP-Africa 150 scholieren, zorgverleners, boeren en ondernemers in Oeganda en Kenia uitrusten met een fiets voor verbeterde toegang tot onderwijs, zorg, werk en inkomen.
Niet alleen het mooie weer op 25 mei hielp mee aan deze massale deelname. Steeds meer werkgevers grijpen deze dag aan om fietsen naar het werk te stimuleren. Veel werkgevers maakten van de dag een feestje. Ze ontvingen de fietsende medewerkers met een o.a. ontbijtje, orkestje of een andere gezonde lekkernij!
Bovendien deden dit jaar werkgevers een extra duit in het zakje voor het goede doel. Bijvoorbeeld door een extra donatie aan de fietsprojecten, het verdubbelen van de bespaarde autokosten of besteedde extra aandacht aan het goede doel op social media en interne communicatiekanalen. Luuk Eickmans (directeur CooP-Africa): ‘Dat is fantastisch mooi om te zien.’
Op 16 mei 2024 organiseert Nationale Fiets Projecten (NFP Groep) de 18de editie van de Nationale Fiets naar je Werk Dag. Inmiddels wordt door bijna 4000 bedrijven, zorginstellingen, overheden en andere organisaties dit initiatief omarmd.
Tijdens de AFAS Foundation Challenge kregen zes stichtingen de kans hun droomproject te pitchen voor financiële steun van de AFAS Foundation. In totaal kregen twee stichtingen aan het eind van de dag te horen dat zij deze steun toegewezen krijgen, namelijk: creatief met clowns van de Tiramisu Foundation en herstel en bescherming van het Masai Mara ecosysteem van Back to Nature Foundation. Daarnaast zijn er twee stichtingen die terug mogen komen voor een herkansing.
Creatief met clowns is gericht op ouderen met dementie in Nederlandse dagbestedingslocaties. Samen met familie en naasten beleven zij bijzondere momenten door het gezamenlijk samenstellen van een outfit voor de clowns. Dit leidt tot zelfrespect en voldoening bij de ouderen. Het herstel en bescherming van het Masai Mara ecosysteem zorgt voor het veiligstellen van een duurzame toekomst voor mens en dier in Kenia.
Steun voor impactvolle projecten
AFAS Foundation heeft in tegenstelling tot andere corporate foundations een unieke aanpak ontwikkeld. Zij stellen op een innovatieve en transparante manier geld beschikbaar voor duurzame projecten die in binnen- en buitenland een grote impact maken. Voor het eerst waren er ook andere organisaties en stichtingen aanwezig inspiratie te halen uit de ‘Challenge’. De AFAS Foundation hoopt hiermee gezamenlijk nog meer mensenharten te bereiken.
Een uniek kijkje in de harten van stichtingen
Gerben Eversdijk, directeur AFAS Foundation: “We worden allemaal geraakt door de kwetsbare mensen in deze wereld. Daarom laten wij ons als foundation graag inspireren door innovatieve en impactvolle projecten. Met onze AFAS Foundation Challenge willen we stichtingen dan een podium geven om hun project te presenteren. En het mooiste is dat we dan een kijkje in hun hart krijgen en we de emotie zien. Met deze dag geven we stichtingen de kans om ons als bestuur mee te nemen in hun droomproject. Hierbij letten we vooral op waarom dit project zo belangrijk is en hoe zij van plan zijn het aan te pakken en wat de impact is. Wij worden blij van hoe de stichtingen de wereld een stukje mooier maken. Daarnaast zien we ook dat stichtingen elkaar onderling inspireren. Precies dat is waarom we deze Challenge organiseren.”
Kinderen met een beperking zijn veel beter af in een gezin dan in een tehuis. Dat schrijft Patricia Nieuwenhuizen van Better Care Network Netherlands namens 36 organisaties. Daaronder veel kleine goede doelen die zich inzetten voor betere levensomstandigheden voor kinderen wereldwijd. Ze roepen op om tehuizen niet meer in stand te houden. Het is beter organisaties te steunen die kinderen met een beperking én hun gezinnen relevante hulp bieden.
Geef kinderen met een beperking geen tehuis maar een thuis
Op 15 mei, de internationale dag van het gezin, wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor het belang van een gezin en familie voor het opgroeien van kinderen. Wereldwijd groeien naar schatting zo’n zes miljoen kinderen op in kindertehuizen en niet bij hun eigen familie. Een substantieel deel van deze groep kinderen heeft een beperking: fysiek, mentaal of beide.
Kinderen met een beperking zijn veel beter af als ze in een gezin of bij familie op kunnen groeien. Wij roepen dan ook iedereen op om tehuizen niet meer in stand te houden, maar organisaties te steunen die kinderen met een beperking én hun gezinnen hulp bieden.
Waarom is het opvangen van kinderen met een beperking in een tehuis geen goed idee? Kinderen lopen achterstanden en schade op door het wonen in een tehuis. De Verenigde Naties, gerenommeerde wetenschappers en veel ontwikkelingsorganisaties zijn het er unaniem over eens: zélfs als er goede zorg is, raken kinderen in tehuizen beschadigd. Kinderen lopen verdere achterstanden op in fysieke groei en cognitieve ontwikkeling, ze ontwikkelen verlatingsangst, krijgen hechtingsproblemen en ontwikkelen een laag zelfvertrouwen. Dit komt door het ontbreken van individuele aandacht van vaste verzorgers die er altijd voor een kind zijn.
Armoede en het stigma op het hebben van een kind met een beperking, blijken de voornaamste redenen dat kinderen met een beperking in een tehuis terecht komen. 80% van de kinderen in de zogenaamde ‘wees’huizen wereldwijd, heeft nog een of beide ouders. Met hulp en begeleiding kunnen de meeste kinderen thuis wonen. Daarom leveren onze organisaties dag in dag uit maatwerk en zorgen er daarmee voor dat kinderen met een beperking wél thuis kunnen blijven wonen, of weer terug kunnen naar huis. Ook werken we samen met onze lokale partnerorganisaties keihard aan het doorbreken van bestaande stigma’s op het hebben van een kind met een beperking.
Als een kind thuis mishandeld, verstopt of verwaarloosd wordt, is het soms noodzakelijk om een kind in een opvanghuis te plaatsen. Maar dan voor een zo kort mogelijke periode, om van daaruit een goede oplossing te vinden. Voor de meeste kinderen lukt dat binnen de eigen familie of gemeenschap. Voor sommige kinderen is een kleinschalige, gespecialiseerde opvang nodig, met vaste, professionele verzorgers. Wereldwijd is een transitie gaande van zorg in tehuizen, naar zorg door familie. Wij roepen u op daar een steentje aan bij te dragen door opvang van kinderen met een beperking in gezinnen te steunen.
Patricia Nieuwenhuizen Coördinator Better Care Network Netherlands
namens Better Care Network Netherlands, Defence for Children – ECPAT, Red een Kind, WereldOuders, Wereldkinderen, Free a Girl, Wilde Ganzen, Westerlaken Foundation, Yayasan Setetes Embun, Friendship Foundation, Family-Based Solutions.org, Stichting Mullai, Stichting Vrienden van Christopher, Adamfo Ghana, Dutch Tanzania Foundation, Leprazending Nederland, Dutch Coalition on Disability and Development, Stichting SeeYou, Stichting Tan-Kids, Stichting Misa, SOFT tulip, Give a Child a Family, Stichting Niketan, KidsCare Kenia, Family Power, Stichting Medi-Aid Holland Sri Lanka, Outreach Support Ministries, stichting Mission Lanka, Stichting Afia & You, Puppet Interview Programme, COLT-Cambodja, Stichting Bokemei, Daniëlle Children’s Fund, Vrienden van Lotus, Stichting Mama and Me Uganda en Stichting Upendo Daima Nederland.
Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel (Partin) sprak met hem.
Ik val met de deur in huis en vraag David Heyer naar het antwoord op de titel van het boek ‘Wie heeft het geld opgegeten?’ Zijn antwoord: “Heel veel geld druppelt aan de voorkant weg.”
Om te illustreren wat hij daarmee bedoelt, vertelt Heyer over een Nederlandse stichting al jaren actief in Mali. Doordat er behoefte was aan meer externe financiering, werd contact opgenomen met de overheid om toch met de projecten door te kunnen gaan. Maar al snel bleek dat de procedures ingewikkeld waren en veel tijd, geld en menskracht kostte. Heyer: “Het bleek een administratief moeras. Na 4 jaar ging er van de totale aanvraag maar 40% direct naar Mali. De rest was aan de voorkant blijven hangen. Dan is duidelijk dat het systeem niet werkt. Het is te technocratisch en te bureaucratisch. En dat kan veel effectiever.”
Hoe dan? Dat legt Heyer enthousiast uit. Het thema gaat hem na aan het hart. Hij wil een betere en eerlijke wereld.
Afrika-ervaringen
Al meer dan 40 keer bezocht hij verschillende Afrikaanse landen. De laatste 13 jaar als Hoofd Fondsenwerving en Programma’s voor HospitaalBroeders. Wat hij daar ervoer en zag, zette hem aan het denken en hij besloot om zijn ideeën op te schrijven. En zoals wel vaker worden goede ideeën uit frustratie geboren. Frustratie dat er zoveel geld niet terecht komt waar het zou moeten komen. “Waarom komen kleine goede doelen niet in aanmerking voor overheidsgelden?”
Dan introduceert hij het begrip multiplier.
Verdubbeling
Dat is het verdubbelen van elke door het goede doel geworven euro door de overheid. Want elke euro die verdubbeld wordt, kan door kleine goede doelen heel effectief besteed worden. “Particuliere initiatieven hebben korte lijntjes, kennen de lokale situatie goed, werken vaak al jaren samen met betrouwbare partners. Er is veel draagvlak voor de projecten. Zowel in Nederland als in de projectlanden. Door de invoering van de multiplier blijft er minder geld aan de voorkant hangen. En met dezelfde inspanning kan het rendement van fondsenwerving omhoog en wordt er procentueel meer aan het doel besteed.” En gaat hij verder: “En waarom zou je als overheid met nieuwe dingen komen. Terwijl die al door ons gerealiseerd worden.”
Een groot onderscheid met door de overheid uitgevoerde projecten met bilaterale partners, is dat goede doelen in het Zuiden al werken met lokale mensen. “Je moet mensen hebben die ter plekke weten hoe het werkt, waar ook echt vraag naar is en hoe je problemen kunt oplossen. Die kennis zit bij particuliere initiatieven. Niet bij de overheid. De overheid denkt te weinig na over draagvlak in het globale Zuiden. Er wordt te veel uitgegaan van de politieke wind die er waait. Elke vier jaar is er een andere focus.”
Hij noemt een voorbeeld van een stichting in de gezondheidszorg, die klimaatverandering in een projectvoorstel verwerkte. Want klimaatverandering was het speerpunt van de donor. Zonder die klimaatcomponent zouden ze het geld niet krijgen. Dit soort eisen leidt ertoe dat goede doelen steeds gekkere toeren moeten uithalen om in aanmerking te komen en verder af komen te staan van hun initiële doelstelling. Heyer heeft er maar een woord voor: “Dat is idioterie.”
Aanbevelingen
Heyer komt in zijn boek met zes aanbevelingen. De eerste vier raken vooral de overheid. De overheid moet niet uitvoeren, maar faciliteren. Verknoping tussen hulp en handel moet stoppen. Wantrouwen moet weer vertrouwen worden. En vooral: geen geoormerkte subsidies, maar ongeoormerkt. “De mensen daar weten het beste hoe zij zelf uit de problemen komen. Die vrijheid moet er zijn.”
En dus de invoering van een multiplier. Hij rekent nog eens voor: “Alle NGO die in het Zuiden werken halen nu 900 miljoen euro aan ‘eigen’ fondsenwerving op. Dat is elk jaar eenzelfde bedrag dat aan bilaterale hulp gegeven wordt. Geef dat aan de NGO’s die ter plaatse aanwezig zijn. En jaren ervaring hebben. Hoeft de overheid dat allemaal niet meer te doen of te verzinnen. En zo worden ook groepen bereikt die de overheid vergeet. De Nederlandse overheid heeft al jaren als speerpunt dat de civil society in het Zuiden moet worden versterkt. Wie kunnen dat beter dan lokale organisaties?”
Natuurlijk moeten de stichtingen aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zoals aan de ANBI-eisen. Dat zou voldoende vertrouwen moeten geven. En natuurlijk moeten deze organisaties bottom-up en vraag gestuurd werken. En bij voorkeur maat- en mensenwerk leveren. Dat zijn de twee laatste aanbevelingen.
Tot slot vraag ik waarom de overheid dit idee zou omarmen: Wat zit er voor de overheid in? Resoluut antwoord hij: “Niets. Maar zoals het nu gaat is zeker niet effectief. En we moeten idealen blijven hebben.”
Over de auteur: Politicoloog David Heyer werkt al meer dan twintig jaar in de goede doelenwereld. Talloze bezoeken aan Afrika hebben zijn ideeën over een rigoureus andere manier van ‘hulp geven’ gevoed. Als Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij een ontwikkelingsorganisatie begeleidde en evalueerde hij allerlei projecten en programma’s. Zijn conclusies over hoe een logge Nederlandse overheid decennialang ontwikkelingssamenwerking heeft ingericht zijn niet mals. Hij pleit voor een nieuw model waarbij NGO’s, met hun specifieke kennis en lokale netwerken in Afrika, daarin het voortouw nemen.
Over het boek: David Heyer laat zien dat de ontwikkelingshulp zoals Nederland die al decennialang geeft, veel zinvoller besteed kan worden. Met zijn jarenlange ervaring in de goede doelenwereld, heeft hij daar uitgesproken ideeën over. Zijn persoonlijke verhalen illustreren wat wel en wat niet werkt en hoe de manier waarop de Nederlandse overheid die hulp geeft, ten dode is opgeschreven. Aan doemdenkers, die hulp een druppel op een gloeiende plaat vinden, én de Nederlandse overheid, presenteert hij een nieuwe aanpak van denken die Afrika wél vooruit helpt. Op een manier zodat het geld niet ‘wordt opgegeten.’
Er ligt een mooi idee. En idee waar je iets mee moet en kan. Een project waar veel mensen mee vooruit kunnen. Dat is namelijk je doel. Mensen kansen geven om zichzelf te ontwikkelen. En daar is geld voor nodig. Samen met je medebestuursleden bekijk je de mogelijkheden om fondsen te werven. Om middelen bijeen te krijgen om die school, die moestuin of die fiets te kunnen financieren.
Misschien heb je het nog nooit gedaan en weet je niet hoe te beginnen. Misschien heb je al jaren ervaring met collecteren of verkocht je spulletjes op de braderie, maar lijkt het tijd om meer online te doen. Misschien zet je alweer een aantal jaren online campagnes op, maar merk je dat je daar ook wel weer wat meer mee kan. Dan is dit webinar ‘Hoe werf je als klein goed doel fondsen’ misschien wel een eye opener.
Dat had ik willen weten toen ik begon
In het webinar op 25 april vertelt Carlijn Stam (Talking Hands) over haar ervaring van ‘al doende leren’ bij het opzetten van een online campagne. En Kirsten Giethoorn vertelt ons mee naar 18 jaar geleden toen ze Friendship Foundation oprichtte. Ze gaan uit van de stelling: ‘Dat had ik willen weten toen ik begon…’ Een gedachte die iedereen wel eens heeft.
Ze vertellen over eenvoudige manieren om geld op te halen. Maar ook hoe contacten warm gehouden kunnen worden. Telkens zaaien om later te oogsten. Dat is hun motto.
Er is voldoende ruimte om met hen in gesprek te gaan. En hen alles te vragen over fondsenwerven.
Het webinar begint om 20.00 en is voor iedereen met goede ideeën die verwezenlijkt moeten worden. Aanmelden kan via deze link.
Partin organiseert regelmatig webinars en (online)bijeenkomsten voor en door particuliere initiatieven die op enerlei wijze bijdragen aan de SDG’s wereldwijd.
Kinderen verdienen alle kansen om hun eigen toekomst waar te maken. Veel goede doelen werken aan die kansen. Wereldwijd. Maar werken met kinderen vraagt extra aandacht. Aandacht voor hun kwetsbaarheid. En aandacht voor de rechten van het kind. Het recht om op te groeien in een veilige omgeving, vrij van ongewenst gedrag, schending van hun privacy, mishandeling en misbruik. Daar moet een organisatie zich bewust van zijn. En beter nog: elke organisatie die werkt met kinderen zou een kinderbeschermingsbeleid moeten hebben. In deze nieuwe kleinegoededoelen-toolkit legt Better Care Netwerk Netherlands uit waar een goed beleid aan moet voldoen.
Helaas wordt in de media regelmatig bericht over grensoverschrijdend gedrag of misbruik waarvan kinderen het slachtoffer zijn. De meeste organisaties denken het wel goed toe doen. Ze kennen alle vrijwilligers en weten wat ze doen. En denken dat ze voldoende veiligheid bieden. Maar kinderen zijn kwetsbaar. En binnen de organisatie wordt het goed fatsoen (dat doe je toch niet) als iets vanzelfsprekend aangenomen. Toch blijkt vaak dat de realiteit anders is. Helaas.
Kinderbescherming opnemen in het beleid is dan ook geen luxe. Het is belangrijk om alle ongeschreven regels te veranderen in geschreven regels. Een kinderbeschermingsbeleid geeft weer wat er van een werknemer of vrijwilliger verwacht wordt in de omgang met kinderen. Het legt zaken vast als screening en wat te doen met (vermoedens van) schendingen. Maar ook wat de vrijwilliger van de organisatie mag verwachten. Een duidelijk en goed nageleefd kinderbeschermingsbeleid verkleint de kans op misbruik en andere schade bij de kinderen. Kinderen die aan de zorgen van de organisatie zijn toevertrouwd. En dat moet op een veilige manier. Met deze toolkit kan eenvoudig een kinderbeschermingsbeleid opgesteld worden. Zonder iets te vergeten.
De toolkit Beleid Kinderbescherming is hier te vinden. De toolkit kwam tot stand in samenwerking met Partin. Op kleinegoededoelen zijn meer toolkits die interessant zijn voor (kleine) goede doelen. Neem een kijkje op de pagina toolkits.
Partin is dé brancheorganisatie voor kleine goede doelen die op velerlei wijze bijdragen aan de SDG’s wereldwijd.