I can’t do it perfect, but I can do my part
‘Is het meten van het aantal bereikte mensen niet typisch Nederlands?’ Met die opmerking werd volgens Yvonne van Driel de toon gezet tijdens de bijeenkomst van het Platform Oeganda. Op 27 oktober 2018 kwamen 8 verschillende particuliere initiatieven (PI) tezamen in Cuijk. Een verslag.
Voorafgaand aan de bijeenkomst van PI actief in Uganda hadden de deelnemers een vragenlijst ingevuld. Daaruit concludeerde Diede Martens van Mama & Me Uganda en initiator van het Platform Oeganda dat het platform zo’n 70 jaar ervaring telt. En dat de doelgroep net zo talrijk is als er mensen zijn en dat er tussen de 50 en 25.000 mensen per project bereikt worden. Dat ontlokte de vraag ‘Is het meten van het aantal bereikte mensen niet typisch Nederlands?’ wat meteen de toon zette voor deze bijeenkomst in Cuijk die in het teken stond van bezinning. Overwegingen over onze rol als stichting hier en daar. En of die wel zo gezond is, want merkte een deelnemer op: ‘Nog te vaak denken wij hier wat zij daar moeten doen.’
Een euro
Op uitnodiging van Guus Verzellenberg van Mirembe sprak Kees Ebskamp, voorzitter van Stichting Tusaidiane, over de opzet en inzet van Tusaidiane Uganda Ltd. Dit project- en adviesbureau is een Oegandese social enterprise met als doel om CBO (Community Based Organization) te begeleiden bij projectplanning en -uitvoer. “Hoewel Tusaidiane een onderneming is, is het maken van winst niet ons doel. Bovendien geldt voor ons het motto ‘een euro hier is een euro daar’,” lichtte Ebskamp toe. En dat met succes. Onlangs leidde een samenwerking met CONGRAVA (Zusters van Breda) tot de toezegging van de installatie van zonnepanelen op drie ziekenhuizen. Daarbij is niet alleen het technische belangrijk maar is vooral het sociale aspect doorslaggevend of een project slaagt of niet. Het Oegandese team adviseert daarbij en dat geeft vertrouwen aan de donateurs, maar is evenzo een mooi voorbeeld van ownership.
Intervisie
Na deze inspirerende inleiding ging de discussie verder over onze rol als stichting. Net als in de vorige bijeenkomst, waarbij Mirembe stof tot nadenken gegeven had, bleken ook twee andere organisaties zich intensief bezig te houden met het vraagstuk ‘doorgaan, stoppen of veranderen’. Allebei benaderen zij dat kruispunt op een andere wijze. Met de gespreksmethode intervisie werden de ervaringen van Mukwano en KisoBOKa verder besproken. Bij intervisie wordt in groepsverband onderzocht wat de vraag achter een specifieke vraag is of wat de onderliggende reden is van een vraag. Het accent bij intervisie ligt dus niet op oplossingen maar op probleem- of vraagverheldering.
Spoorlijn
De probleemstelling ‘Waar doe je goed aan? Stoppen of doorgaan?’ blijkt veelzijdig maar herkenbaar. Initiatief, management, bestuur en capaciteit als belangrijke factoren werden besproken. Maar ook eigenaarschap, vertrouwen, visie, aanpak en communicatie tussen de verschillende actoren is essentieel. Maar bovenal werd gereflecteerd over ons eigen wereldbeeld en onze eigen rol. Maken wij anderen niet te afhankelijk en zijn we nog wel nodig. Voeden we met onze projecten niet nog meer de vraag ‘give me your money’ zoals in Oeganda de hand-ophouden-mentaliteit tot uitdrukking lijkt te komen. Een houding die door de mogelijke aanleg van een spoorlijn nog meer versterkt wordt. Tenslotte zal de spoorweg dwars door het projectgebied van KisoBOKa lopen en zijn de huizen die daarvoor moeten wijken al met een kruis gemarkeerd. Dat verlies zou gecompenseerd kunnen worden. Bijna logisch toch, dat mensen dan afwachten.
Mijn aandeel
Als reactie op de probleemstelling kwamen opmerkingen zoals ‘We moeten in elk geval niet bang zijn om ons zelf op te heffen’ en ‘Er is dan wel vooruitgang, maar juist nu blijven fondsen nodig. En daarbij kunnen we helpen’. Inzetten op lokaal fondsenwerven en capaciteitsopbouw werden geopperd als mogelijke nieuwe aanpak. Maar tot een heuse oplossing kwam het niet. Dat is dan ook niet het doel van intervisie. Het besprokene was verhelderend, de ervaringen herkenbaar en iedereen droeg ideeën aan en wisselde kennis uit. Als er al een conclusie uitkwam, dan is het wel dat we ons telkens moeten blijven afvragen het hoe, wat en waarom – niet per se in deze volgorde – van onze acties. En dat we ons moeten blijven bedenken dat niet één manier de allerbeste is. Iemand vatte dat uitstekend samen met de quote: ‘Maybe I can’t do it perfect, but I can do my part.’ Beter kan ik onze inzet als PI niet verwoorden.
Partin staat voor samenwerken en kennis delen. Organiseert u of bent u betrokken bij een landenplatform of een gemeentelijk of regionaal overleg van PI in ontwikkelingssamenwerking, laat het ons weten. We komen graag kennismaken. Want samen doen we meer…