Bijna alle landen zetten zich schrap voor het coronavirus. Veel landen kiezen meteen voor het zwaarste scenario: de lockdown. Dit heeft verregaande gevolgen voor het dagelijkse leven. Vooral voor de kwetsbaarste mensen in de samenleving: (straat)kinderen, vrouwen, daklozen, ouderen en mensen met een beperking. Ontwikkelingsprojecten die juist deze doelgroepen willen bereiken hebben het moeilijk. Onze Partinleden melden zorgelijke situaties. Scholen en dagopvangcentra moeten dicht en andere projectactiviteiten worden gestaakt. Personeel dat thuis moet blijven. En financieringsbronnen die opdrogen. Bundeling van acties geeft kracht.
Scholen, crèches en dagopvangcentra zijn dicht. Kinderen en jongeren moeten thuisblijven. In Brazilië zien Liduine van der Zee en Annette de Zoeten van Power2Fly grote gezinnen in te kleine ruimtes bijeengepakt. Afstand houden kan nauwelijks. Schoolopdrachten maken is dan niet gemakkelijk. Aleid van der Spek van Stichting Elnura voegt toe dat online lesgeven in Kirgizië praktisch onmogelijk is. Bovendien zijn ouders zelf vaak laaggeletterd en kunnen dus geen thuisonderwijs geven. “Het is niet te voorkomen dat de kinderen in hun ontwikkeling een stap terug doen”, meent Van der Spek.
Daarbij komen schoolmaaltijden te vervallen. Ouders zijn dus meer kwijt aan voedsel. En de gevolgen voor het huishoudbudget zijn vooral voor mensen zonder vast werk groot. Ouders die buitenshuis werken, kunnen dat door het straatverbod niet, meldt Kirsten Giethoorn van Friendship Foundation uit Sri Lanka. Ook Marre Adu-Ampong (Adamfo Ghana) zegt dat door de lockdown in Ghana de mensen hun dagelijkse inkomen volledig kwijtgeraakt zijn en zij geen spaargeld hebben om op terug te vallen.
In landen waar nog geen algehele lockdown is, is de situatie al niet anders. Volgens Mary Westenberg van Yayasan Setetes Embun zou een straatverbod in Indonesië simpelweg onmogelijk zijn, want de veelal arme bevolking leeft bij de dag en een dag geen werk is een dag geen inkomen en/of eten. En prijzen van voedsel en water zijn gestegen.
Westenberg merkt ook op dat naast gebrek aan mondkapjes en desinfecterende middelen inwoners in Indonesië slecht geïnformeerd worden over de noodzaak van afstand houden en hygiënemaatregelen. Bovendien leven mensen vaak dicht bijeen. Zo ziet Brigitte Wendelgelst van Bobbi Bear Nederland de townships in Zuid-Afrika: “Het is bijna niet voor te stellen hoeveel kinderen er uit één huisje komen. En hoeveel ‘huisjes’ van golfplaat er niet op 10 m2 staan.” Dit levert een enorm gevaar voor de gezondheid op.
Ongelijkheid
Door de coronamaatregelen worden kwetsbare groepen extra hard getroffen. Gender Concerns International maakt zich zorgen over vrouwen die nu sneller ontslagen worden en dan 24 uur thuis de boel moeten opvangen. En waar huiselijke geweld voorkomt, is thuisisolatie een extra bedreiging. Bobbi Bear Nederland werkt met slachtoffers van huiselijke en seksueel geweld in Zuid-Afrika: “De deuren van Operation Bobbi Bear zijn op slot gedaan. Wel zijn alle kinderen veilig ondergebracht. Alle stafleden zijn naar hun huisje in de townships gezonden met voedselvoorraad voor 21 dagen voor hun zelf en de 10- 15 pleegkinderen die zij meestal hebben. Ze blijven bereikbaar voor noodgevallen, maar kunnen waarschijnlijk alleen op pad met begeleiding van de paar trouwe politiemannen uit hun netwerk.” Helaas is dat niet overal het geval.
Het personeel van de partnerorganisaties kan meestal ook niet naar het werk. Dit levert vertraging op voor het behalen van de gestelde doelen. Financieringen lopen terug. Zo zijn de inkomsten van Inca Educa geheel opgedroogd en staat het voortbestaan van de school in Peru op het spel. Extra pijnlijk want Inca Educa was niet meer afhankelijk van de Nederlandse steunstichting. Wat een nobel streven blijkt, is nu eerder een last.
In Guatemala merken de teamleden van de partnerorganisatie van Ayuda Maya hoe moeilijk het nu is om projectvoorstellen te schrijven en fondsen te werven: “Doordat de projecten nu geen resultaten laten zien en we niet kunnen werken, kunnen we geen plannen maken.”
Fondsenwerving
Dat wil echter niet zeggen dat het ‘gewone’ fondsenwerven in Nederland gewoon doorgaat. Ook daar ondervinden kleine goede doelen problemen. De aanvraag voor een ambulance zal nu niet worden behandeld omdat andere zaken prioriteit hebben, meldden verschillende fondsen al aan Yayasan Setetes Embun.
Maar het wil ook niet zeggen dat alle partnerorganisaties stil zitten. Annette Klijnsma van Tan-kids vertelde ons dat alle gezinnen bezocht worden met als doel de behoefte in beeld te brengen en voorlichting te geven. Mama and Me Uganda verspreidt informatieve posters in lokale talen in Oeganda. En meerdere organisaties zijn al gestart met het uitdelen van voedselpakketten. Voor deze acties worden crowdfundingscampagnes gestart. En met succes. Een bundeling van deze acties kan de coronahulpverlening alleen maar vergroten.
Noodfonds
Al veertig ngo’s riepen het kabinet op dat steun aan ontwikkelingslanden onderdeel zou moeten zijn van de noodmaatregelen die dit kabinet neemt. Zij roepen ook op om bij te dragen aan internationale noodfondsen. Toegang tot een noodfonds voor particuliere initiatieven die actief zijn in ontwikkelingslanden is daarbij wenselijk.
Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Sigrid Kaag verwoordde in een interview met de Volkskrant de noodzaak van medemenselijkheid en morele verantwoordelijkheid wereldwijd: “Als je niet de zwakste schakel in een mondiale keten aanpakt, zal het ook weer terugkomen in Nederland en Europa.” Kleine goede doelen nemen die verantwoordelijkheid.
Dit artikel geschreven door Yvonne van Driel (team Partin) verscheen eerder op Vice Versa.
Foto: Aprisco