Napari!
Op een maandagmorgen tijdens één van onze tweewekelijkse Heart4Women bijeenkomsten van de vrouwengroep in Sognaayili viel mij een stil meisje op. Ze zat op haar hurken tegen de muur van de hut en keek wat wazig uit haar ogen. Ze had geen directe inbreng tijdens de bijeenkomst en ook kwam zij niet voor een microkrediet zoals alle andere vrouwen. Na afloop volgde ze mij en de pastor van de gemeenschap naar buiten. Pastor stak haar wat toe en het meisje verdween weer. Napari, bleek een lid van de pastors kerk te zijn en wanneer het haar maandelijkse periode was, had zij maandverband nodig en bedelde zij pastor om geld zodat zij dit kon kopen. Ik vroeg mij af waarom zij moest bedelen aangezien zij familie had die voor haar zorgde. Althans zo leek het. Napari bleek epilepsie te hebben in redelijk ernstige vorm. Ze komt uit een moslimgemeenschap en blijkbaar hadden zij er alles aan gedaan om haar te ‘genezen’ zonder resultaat. Als uiterste redmiddel mocht ze dan haar heil zoeken in de plaatselijke kerk. Maar ook dat had niet de gewenste uitwerking op de epilepsie. Omdat zij nu een lid van de kerk is, valt zij ook onder hun zorg en daarom bedelt ze pastor voor geld wanneer zij dat nodig heeft. Ik vond het mensonterend. Als zij onder de zorg van de kerk viel, waarom zorgde de kerk dan niet voor haar? Waarom moest zij er dan voor bedelen?
Tijdens een bezoek van één van onze bestuursleden aan Ghana ontstond het idee om haar te helpen. Napari bleek al 29 jaar te zijn en nog altijd bij haar moeder te wonen, omdat zij regelmatig epileptische aanvallen had waardoor zij eigenlijk geen zwaar fysiek werk kon doen. Napari ging al jaren naar de dichtbijgelegen kliniek waar zij gratis medicatie kreeg. Echter deze medicatie was niet afdoende en zij kreeg verder ook geen voorlichting over epilepsie. Met het gevolg dat het niet beter ging en de bezoekjes aan de kliniek ook niet zo serieus genomen werden. Met alle gevolgen van dien.
Wij wilden haar graag een duurzame toekomst geven, maar daarvoor was wel toestemming nodig van haar familie, de pastor en de gemeenschap. Mensen zoals zij worden niet geaccepteerd binnen de gemeenschap en worden vaak als ‘lastig’ gezien en worden vaak gestigmatiseerd. Anderen willen niet graag geassocieerd worden met haar, want ja het zou wel eens besmettelijk kunnen zijn, of wellicht is het een boze geest of een straf van God. Mensen houden zich doorgaans verre van haar. Napari hoort er binnen haar gemeenschap dus niet helemaal bij.
Nadat er toestemming was van de Chief van het dorp, ben ik met haar moeder gaan praten. Haar vader bleek overleden te zijn en Napari leeft bij haar moeder in de hut. Moeders gaf aan dat zij wel graag wilde dat Napari zou gaan werken om geld te verdienen. Maar goed, met haar ongereguleerde epilepsie leek mij dat geen goed idee. Dus ik stelde voor om als eerste stap te zorgen voor goede medische zorg zodat Napari beter in haar vel zou komen en de epilepsie wat meer stabiel zou worden. Daarna zouden we kijken of Napari een vak zou kunnen leren waarbij zij minder fysiek zwaar werk zou kunnen doen. Haar moeder ging hiermee akkoord. Napari werd naar een speciale kliniek gestuurd die gespecialiseerd is in de behandeling van neurologische aandoeningen zoals epilepsie. En haar conditie is na 3 maanden sterk verbeterd. Deze maanden heeft Napari echt een transformatie ondergaan. Ze is vrolijker geworden, ze eet meer, heeft minder wallen onder haar ogen, ziet er levenslustiger uit en is nu ook regelmatig te vinden in de chief compound. Een hele verbetering dus!
Toch wordt zij niet als volwaardig gezien, evenals haar familie bleek later. Ze zijn als gezin afhankelijk van de grillen van wat de chief besluit en toen de medicatie bijna opraakte en ik aangegeven had dat zij die week naar de kliniek moest voor een controle bezoek, werd dit niet serieus opgepakt waardoor haar medicatie opraakte en zij weer een epileptische aanval kreeg. Voor mij werd duidelijk dat ik de chief niet al te veel moest betrekken bij de hulp voor Napari, want zij zouden het alleen maar tegenwerken. Dat zelfde gold eigenlijk ook voor de kerk en pastor. Nu Napari niet meer kwam om te beleden, kon de kerk ook geen ‘goed’ meer doen waardoor alle eer nu naar onze organisatie ging in plaats van naar de kerk. Toen ik dit ontdekte werd ik echt boos. Het was ons toch niet om de eer te doen? Het gaat er ons om dat Napari een betere toekomst krijgt. Een duurzame toekomst waarin zij in enige mate voor zichzelf zou kunnen zorgen en niet afhankelijk hoeft te zijn van haar familie, de gemeenschap en de kerk! Maar blijkbaar is dit voor veel mensen in die gemeenschap een moeilijke gedachte.
Enfin, Napari is inmiddels zo opgeknapt dat zij kan starten met een opleiding. Zij gaat deze maand starten in het Heart4Women trainingscentrum in Gurugu waar zij zal leren om ambachtelijke stoffen te weven. Kente cloth, zoals dat hier heet. Deze opleiding wordt gesponsord door Stichting Heart4Ghana. De opleiding zal worden aangepast aan haar leertempo zodat dit geen aanvallen zal opwekken. Ik ben heel blij dat de familie akkoord is dat zij deze opleiding mag gaan doen. Maar ik ben mij er ook van bewust dat dit een stigmatiserend effect heeft op het trainingscentrum. We hopen dus dat ondanks dat zij hier zal komen leren, andere studenten nog steeds zullen blijven komen en niet wegblijven.
Verder hopen we meer van deze meisjes en jonge vrouwen (met een handicap) te kunnen stimuleren om in hun kracht te komen. Ondanks dat het vaak een heel gevecht is met de lokale gemeenschap. Een diplomatieke insteek is dan ook onderdeel van onze projecten, want dit is de enige manier om deze kwetsbare groep meisjes en vrouwen te bereiken.