
Water, voor ons gewoon, voor dorpen in Kenia bijzonder
Geen WATER, geen leven!!
Tijdens mijn laatste bezoek aan Kenia van 13 augustus tot en met 5 september 2019 bezocht ik diverse van onze WATER & Sanitatieprojecten in Matsangoni, Kilifi county, Kenia. Een landbouwgebied met een rijke historie en een schitterende natuur waar qua landschap een grote diversiteit is. Het gebied grenst aan de kust. Hier kun je heerlijke verse vis eten. Die wordt ‘s ochtends vers gevangen en vervolgens door de vissersmannen onderaan je balkon verkocht. Zalig! Je kunt zelfs de vis bestellen.
In Kenia zijn 43 verschillende stammen en in deze streek wonen de Giriama. Zeer aardige, gastvrije en vriendelijke mensen. Zeer harde werkers en erg sterk. De Giriama waren de eerste slaven die werden verkocht aan de Verenigde Staten in 16e eeuw vanuit Malindi.
Malindi is een gezellige stad waar je lekker kunt eten, een museum kunt bezoeken, leuk kunt winkelen en een bezoek kunt brengen aan de lokale markt. Er wonen veel Italianen en de talen die in Malindi worden gesproken zijn : Giriama (dialect), Swahili, Engels, Italiaans.
In dit gebied realiseren wij onze projecten op het gebied van WATER & Sanitatie. Openbare toiletten en openbare douches. Wij creëren zelfredzame projecten. De mensen moeten betalen om WATER te halen, een douche te nemen of naar het toilet te gaan. Op deze manier onderhouden de mensen de projecten zelf zowel technisch als hygiënisch.
En dat is waar mijn laatste bezoek waar ik hieronder over vertel, over gaat.
Maramu, een dorp met een medische kliniek middenin Matsangoni, Kilifi county, Kenia, was bij ons het 5e project dat wij hebben kunnen realiseren in 2018.
Wij hebben het iets buiten het terrein van de medische kliniek geplaatst zodat de bevolking (600 mensen) hier ook gebruik van kunnen maken. En waarbij het project financieel ook kan worden onderhouden, omdat de bevolking betaalt voor het gebruik van de projecten. De medische kliniek heeft daar geen geld voor.
Hassan Kalu is de beheerder van het project in Maramu. Een erg aardige man en heel slim. Toen ik hem bezocht, gaf hij me een klein mandje gemaakt van sisal gevuld met Okra, (heeft de smaak van sperziebonen) FOTO.
Hij heeft op eigen initiatief, met zijn eigen handen en met zijn eigen geld, een huisje gebouwd bij het project. Daaromheen heeft hij een groentetuin aangelegd. In het huisje kunnen mensen hun telefoon opladen, de was laten doen en hun kleren laten strijken. Hoe gaaf is dat! Daarnaast onderhoudt hij het project dat hij ‘s avonds sluit om 18 uur en de volgende morgen rond 7 uur weer opent.
Dit is precies wat wij met onze projecten willen bereiken. ‘Social communities’. Hier komen de mensen samen, wisselen zij ideeën uit, bespreken zij de lokale problemen, de wereldproblemen. En ga zo maar door. De mensen leren hier hoe zij financieel onafhankelijk kunnen worden en hoe zij met hygiëne moeten omgaan.
Een ander hoogtepunt van mijn bezoek was project nummer 7. Wij hebben dit jaar 2 projecten kunnen realiseren op 2 scholen. De school Roka Maweni heeft 825 leerlingen waar tot eind maart van 2019 geen WATER was. Ongelooflijk! 825 Kinderen zonder WATER! Er stonden 2 stenen watertanks, die waren leeg.
Tijdens mijn bezoek konden wij het project officieel openen. Het was schoolvakantie, maar een aantal leraren en kinderen wilde dit niet missen. De mensen waren zo dankbaar! Het was een dag vol met gemengde gevoelens dat kan ik u wel vertellen. Ik dacht bij mijzelf, hoe is het in godsnaam mogelijk, dat er zoveel miljoenen mensen op de wereld zijn zonder WATER!
Voor ons is het vanzelfsprekend dat wij de kraan opendraaien en er gewoon ‘drink’water uit de kraan komt. Dat is nog steeds in grote delen van de wereld niet het geval.
Dankzij ons team in Kenia onder leiding van Philip Kahindi hebben wij tot nu toe zoveel kunnen bereiken. Zonder hem zou er geen stichting zijn. Ikzelf bezoek 1-2 per jaar onze projecten om te zien hoe deze ervoor staan. Als mensen niet aan onze regels voldoen wordt het project gesloten. Gelukkig heeft dit tot op de dag van vandaag nog niet hoeven te gebeuren.
Per dorp worden door de ‘dorpsoudsten’ 7 personen aangewezen, die 1 dag per week de projecten moeten onderhouden. Een week heeft 7 dagen. Dit is ontworpen door ons team in Kenia.
Wij zijn geen NGO maar hebben een CBO. Iedereen werkt dus vrijwillig. Als Philip Kahindi de projecten controleert, dan worden zijn transportkosten en lunch vergoed.
Ook ons bestuur in Nederland doet dit op vrijwillige basis en voelt zich zeer betrokken bij de stichting. Meerdere personen hebben op eigen kosten onze projecten bezocht. Zij geven advies en denken actief mee.
Philip Kahindi zelf komt 1 tot 2 keer per jaar naar Nederland om onder andere zijn contacten hier te onderhouden en het bestuur bij te praten.